29 juni 2016

MAG EEN BEDRIJFSREVISOR ZICH OP EEN SEMINARIE LATEN VERVANGEN DOOR EEN STAGIAIR DIE ZIJN STAGE TIJDELIJK HEEFT STOPGEZET?

 

Bij het antwoorden op de vraag gaat het ICCI ervan uit dat met een “seminarie” een ICCI-seminarie wordt bedoeld.

Het ICCI verwijst naar de rubriek “Vorming”, sub-rubriek “Praktische info” van de ICCI-website [1], dat onder meer het volgende stelt:

 

Afwezigheid op seminaries en studiedagen, toepassing van het tarief van 200 EUR per halve dag

 

  • In geval van voorziene afwezigheid is het mogelijk voor bedrijfsrevisoren en stagiairs om zich geldig en zonder kosten te laten vervangen door een confrater of een stagiair. Het aanwezigheidsattest wordt evenwel op naam van de vervanger opgesteld.”.

 

Vervolgens verwijst het ICCI naar artikel 23, § 6 van het koninklijk besluit van 17 augustus 2018 betreffende de toegang tot het beroep van bedrijfsrevisor [2]: “De stagiair waarvan de stage is opgeschort, is niet meer onderworpen aan de stageverplichtingen tijdens de periode van opschorting en mag niet deelnemen aan de praktische stage-examens bedoeld in artikel 28, § 2.

 

Het ICCI is derhalve van oordeel dat, ondanks het feit dat de stagiair waarvan de stage is opgeschort niet meer onderworpen is aan de stageverplichtingen, hij toch het statuut van “stagiair” behoudt. De stage (en bijgevolg het statuut van stagiair) eindigt immers pas in de gevallen opgesomd in artikel 43, § 3 van voormeld koninklijk besluit van 17 augustus 2018 [3], waar de opschorting van stage geen geval van uitmaakt.

 

Uit het voorgaande kan het ICCI besluiten dat een bedrijfsrevisor zich geldig en zonder kosten op een ICCI-seminarie kan laten vervangen door een stagiair waarvan de stage werd opgeschort in de zin van artikel 23, § 6 van het voormeld koninklijk besluit van 17 augustus 2018.



[2] BS 30 mei 2007.

[3]§ 2. De stage eindigt door:

  1. de beslissing van de Raad om de stagiair toe te laten tot de eedaflegging;
  2. het ontslag van de stagiair;
  3. de schrapping van de stagiair;
  4. het verstrijken van de termijnen bedoeld in de artikelen 3, § 1, 22 en 35, § 2 van dit besluit.”.