24 februari 2014

KAN HET ICCI KLAARHEID BRENGEN IN DE HIERONDER VERMELDE SITUATIE?

 

Sinds 1 juli 2013 is de wetgeving inzake overheidsopdrachten van toepassing binnen heel wat vzw's die overwegend afhankelijk zijn van overheidssubsidies. Hierbij dient dan een verplichte procedure gevolgd te worden, o.m. ook voor het aanstellen van een commissaris/bedrijfsrevisor.


De vraag is hoe dit best aan te pakken indien er in de vzw een ondernemingsraad geïnstalleerd werd, waarbij ook de werknemersvertegenwoordiging krachtens artikel 156 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 3:88 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen over een vetorecht beschikken bij de aanstelling van een door het bestuursorgaan voorgestelde commissaris.


Wat indien uit de door het bestuursorgaan georganiseerde aanbesteding een kandidaat-commissaris geselecteerd wordt, die dan niet blijkt te voldoen voor de werknemersvertegenwoordiging in de ondernemingsraad?


Of is een voorafgaand akkoord mogelijk over de te volgen procedure, tussen alle leden (inclusief vanuit werknemerszijde) van de ondernemingsraad, waarbij rekening wordt gehouden met de nieuwe reglementering inzake overheidsopdrachten?


Eerst en vooral wenst het ICCI te benadrukken dat de nieuwe wetgeving inzake overheidsopdrachten niets gewijzigd heeft aan de verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan in verband met de benoeming van de commissaris, en evenmin aan de rol van de ondernemingsraad. Het blijft de exclusieve verantwoordelijkheid van de raad van bestuur om, nadat de procedure van publieke aanbesteding gevolgd is, de commissaris te kiezen die het best voldoet aan de gestelde criteria, en de benoeming van deze commissaris voor te stellen aan de algemene vergadering, na advies van de ondernemingsraad. De nieuwe wetgeving heeft er op geen enkele manier in voorzien dat er een voorafgaandelijke consultatie van de ondernemingsraad moet gebeuren.

 

Het ICCI wenst eveneens op te merken dat, sedert de invoering van het vetorecht van de ondernemingsraad op de benoeming van de commissaris, bijna 30 jaar geleden, er bijzonder weinig gevallen zijn geweest waar de ondernemingsraad het voorstel van de raad van bestuur heeft geweigerd. Bovendien voorziet artikel 157 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 3:89 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen dat elke belanghebbende een verzoekschrift kan richten tot de voorzitter van de ondernemingsrechtbank om een commissaris te benoemen, indien er niet tot een akkoord gekomen wordt binnen de ondernemingsraad. De voorzitter van de ondernemingsrechtbank zal zich normaliter omringen met het advies van de raad van bestuur en van de ondernemingsraad, en zal enkel ingaan op de weigering van de ondernemingsraad indien deze degelijk gemotiveerd is. Vergeleken met de situatie vóór de nieuwe procedure inzake overheidsopdrachten, lijkt voor het ICCI de objectiviteit van de keuze van de commissaris nog versterkt, hetgeen de ondernemingsraad nog minder argumenten geeft om de voorgestelde commissaris te weigeren.

 

Het is natuurlijk altijd mogelijk dat de raad van bestuur op vrijwillige basis de ondernemingsraad zou consulteren bij het samenstellen van de lijst van bedrijfsrevisoren die zullen worden aangeschreven, teneinde hierover het voorafgaandelijk akkoord te bekomen van de ondernemingsraad. Het zou echter volstrekt tegen de geest van de nieuwe wetgeving zijn dat de ondernemingsraad, na ontvangst van de offertes, zou tussenkomen om de objectieve keuze van de raad van bestuur te beïnvloeden.