3 oktober 1989

kort ged. 

 

Ingeval de werkgever beroep aantekent tegen de beschikking van de voorzitter van de rechtbank van koophandel zetelend zoals in kort geding, die een bedrijfsrevisor aansteIt in toepassing van art. 15ter W. 20 september 1948, en ondertussen weigert deze beschikking uit te voeren, en bovendien blijkt dat, waar het reeds op zichzelf niet aanvaardbaar is dat een onderneming gedurende geruime tijd niet over een bedijfsrevisor beschikt zoals voorgeschreven door art. 15bis van de genoemde wet, zulks rampzalige gevolgen krijgt indien blijkt dat het Belgisch succursaal binnenkort opgeslorpt zal worden door een andere vennootschap, dan is er aanleiding om op eenzijdig verzoekschrift ingesteld door de meerderheid van de leden van de ondernemingsraad, voor de periode gedurende dewelke het hoger beroep in behandeling is en totdat een definitieve en uitvoerbare uitspraak wordt geveld, voorlopig de bedrijfsrevisor te benoemen die reeds werd aangeduid in de beschikking waartegen beroep, en de werkgever op straffe van een dwangsom te bevelen huidige beschikking uit te voeren.