3 november 2021

  1. De volgende situatie wordt beschreven:

     

    Wij hebben volgende vragen met betrekking tot de norm inzake de opdracht van de bedrijfsrevisor in het kader van een inbreng in natura en quasi-inbreng:

     

    1. In Bijlage 2 (het modelverslag voor een inbreng in natura) vinden we het volgende terug:

     

    Enerzijds staat onder de titel ‘Inzake de inbreng in natura’ het volgende:

     

    Tevens concluderen wij dat de voor de inbreng in natura toegepaste waarderingsmethodes leiden tot de waarden van de inbreng(en) en deze ten minste overeenkomen [IN HET GEVAL VAN EEN KAPITAALLOZE VENNOOTSCHAP: MET DE WAARDEN VAN DE INBRENG / BIJKOMENDE INBRENG DIE IN DE (ONTWERP)AKTE WORDT VERMELD] [IN HET GEVAL VAN EEN KAPITAALVENNOOTSCHAP: MET HET AANTAL EN DE NOMINALE WAARDE OF, BIJ GEBREK AAN EEN NOMINALE WAARDE, DE FRACTIEWAARDE VAN DE TEGEN DE INBRENG UIT TE GEVEN AANDELEN].

     

    Anderzijds staat onder de Verantwoordelijkheid van de commissaris/bedrijfsrevisor betreffende de inbreng in natura:

     

    [DE COMMISSARIS/DE BEDRIJFSREVISOR] is verantwoordelijk voor: Onder derde bullet: de melding of de waarden waartoe deze methodes leiden, ten minste overeenkomen met de waarde van de inbreng die in de akte wordt vermeld; en

    Dient in de paragraaf van de verantwoordelijkheid van de commissaris/bedrijfsrevisor ook geen keuzemogelijkheid opgenomen worden naar gelang het een kapitaalloze vennootschap dan wel een kapitaalvennootschap betreft (zoals opgenomen onder de titel ‘Inzake de inbreng in natura’)?

    *

  2. In Bijlage 3 (het modelverslag voor een quasi-inbreng in natura) vinden we het volgende terug:

     

    * Term [buitengewone] algemene vergadering, meerdere keren opgenomen in het modelverslag, ook in de titel – dient dit niet gewijzigd te worden in een [bijzondere] algemene vergadering gezien een quasi-inbreng niet gepaard gaat met een statutenwijziging?

     

    * Term ‘inbrenger’: zowel onder titel 2.2 Identificatie van de overdrager(s) als in de conclusie is een aantal keer sprake van inbrenger – dient dit niet gewijzigd te worden in overdrager?

     

    * Verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan betreffende de quasi-inbreng: Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het uiteenzetten waarom de inbreng van belang is voor de vennootschap – dient dit niet gewijzigd te worden in quasi-inbreng?

     

    * Verantwoordelijkheid van de [COMMISSARIS] [BEDRIJFSREVISOR] betreffende de quasi-inbreng:

     

    -1e bullet: De [COMMISSARIS] [BEDRIJFSREVISOR] is verantwoordelijk voor het onderzoeken van de beschrijving van elke inbreng in natura – dient dit niet gewijzigd te worden in quasi-inbreng?

    -3e bullet: de melding of de waarden waartoe deze methodes leiden, ten minste overeenkomen met de waarde van de inbreng die in de akte wordt vermeld – dient dit niet gewijzigd te worden in ten minste overeenkomen met de als tegenprestatie verstrekte vergoeding?

     

  3. Als antwoord op de eerste vraag is het ICCI eveneens van oordeel dat in de paragraaf van de verantwoordelijkheid van de commissaris/bedrijfsrevisor ook de keuzemogelijkheid zou moeten worden opgenomen naar gelang het een kapitaalloze vennootschap dan wel een kapitaalvennootschap betreft (zoals opgenomen onder de titel ‘Inzake de inbreng in natura’).

     

  4. Wat de tweede vraag betreft, kan het ICCI eerst bevestigen dat de term [bijzondere] algemene vergadering in plaats van de term [buitengewone] algemene vergadering dient te worden gehanteerd, vermits een quasi-inbreng inderdaad in principe niet gepaard gaat met een statutenwijziging, noch met een voorwerp-of doelwijziging, noch met een wijziging van de rechten verbonden aan soorten aandelen.

     

    Verder is het ICCI  van oordeel dat in Bijlage 3: Modelverslag in het kader van quasi-inbreng de term “inbrenger” dient te worden gewijzigd in “overdrager” en de term “inbrenggenietende” dient te worden gewijzigd in “verkrijgende”. Men spreekt immers van een overdracht onder de vorm van een quasi-inbreng, wat verschillend is van een inbreng in natura.

     

    Bij de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan betreffende de quasi-inbreng, dient de passage, overeenkomstig artikel 7:10, § 1, tweede lid WVV, te worden aangepast als volgt: “Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het uiteenzetten waarom de overwogen verkrijging van belang is voor de vennootschap.”.

     

    Het ICCI kan bijtreden dat het woord “inbreng” van eerste bullet van verantwoordelijkheid van de [COMMISSARIS] [BEDRIJFSREVISOR] betreffende de quasi-inbreng dient te worden gewijzigd in “quasi-inbreng” en dat de derde bullet, conform artikel 7:10, § 1 in fine WVV dient te worden gewijzigd in “(…) ten minste gelijk zijn aan de als tegenprestatie verstrekte vergoeding..

     

  5. Gezien de norm voorziet in modellen die op basis van het professioneel oordeel moeten worden aangepast aan de concrete omstandigheden en waarvan de terminologie, in voorkomend geval, moet worden verfijnd, kunnen de besproken aanpassingen gerust worden doorgevoerd in afwijking van het modelverslag gevoegd bij de norm.