31 oktober 2013

Kan het ICCI klaarheid brengen in de hieronder vermelde problematiek?

 

In het kader van de incorporatie van reserves in kapitaal naar aanleiding van de programmawet van 28 juni 2013 kan volgende problematiek zich stellen:

Indien niet alle aandeelhouders instemmen met de wederinbreng van hun dividend, kunnen sommige aandeelhouders wel en andere geen nieuwe aandelen verkrijgen. Bij een latere kapitaalverlaging wordt deze cf. artikel 537 WIB eerst toegerekend op de geïncorporeerde reserves. Vennootschapsrechtelijk komt deze kapitaalverlaging echter toe aan alle aandeelhouders proportioneel, tenzij er verschillende types aandelen zijn.


Biedt de creatie van een tweede type aandelen n.a.v. de incorporatie hiervoor de oplossing?


Deze methode zou dan tevens gehanteerd kunnen worden indien de vennootschap een belastingvrije kapitaalverlaging plant en deze enkel wenst toe te passen voor de aandeelhouders die hebben ingestemd met de eerdere wederinbreng van hun dividend zodat de oude aandeelhoudersstructuur wordt hersteld.


Voor zover het Wetboek van vennootschappen de creatie van verschillende categorieën aandelen binnen de betrokken vennootschap niet verbiedt, is het ICCI van oordeel dat de voorgestelde oplossing mogelijk is.

 

Het ICCI wenst de aandacht te vestigen op de artikelen 560 (NV) en 288 (BVBA) van het Wetboek van vennootschappen voor wat betreft de wijziging van de rechten verbonden aan aandelen (of winstbewijzen in een NV).

 

Meer informatie daaromtrent is te vinden in het boek van de heren H. Braeckmans en R. Houben, Handboek vennootschapsrecht (Antwerpen, Intersentia, 2012, p. 639-641).