15 mei 2020

Mag het commissarismandaat in een vennootschap worden gecombineerd met het mandaat van erkende commissaris bij een Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening?

 

  1. De vraag wordt gesteld of het commissarismandaat in een vennootschap mag worden gecombineerd met het mandaat van erkende commissaris bij een Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening.

     

  2. Als antwoord op deze vraag, verwijst het ICCI naar de artikelen 3:62 (Principes van onafhankelijkheid) en 3:63 (niet-controlediensten) van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, die door een bedrijfsrevisor in het kader van een commissarismandaat absoluut moeten worden nageleefd.

     

    Daarenboven wenst het ICCI te verwijzen naar de artikelen 29 en 30 van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren, die de onverenigbaarheden aangeven die van toepassing zijn op alle actieve bedrijfsrevisoren.

     

    Het reglement van de autoriteit voor financiële diensten en markten van 14 mei 2013 betreffende de erkenning van revisoren en revisorenvennootschappen voor de uitoefening van een revisoraal mandaat bij instellingen voor collectieve belegging, beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, gereglementeerde vastgoedvennootschappen en instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, voegt geen andere onverenigbaarheden toe.

     

  3. Op grond van het voorgaande, is het ICCI van oordeel dat er geen wettelijke of reglementaire onverenigbaarheid bestaat voor de uitvoering van commissarismandaat in een vennootschap gecombineerd met het mandaat van erkende commissaris bij een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening.