9 november 2017

De leden van de Raad en van de organen van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren moeten natuurlijke personen zijn. Hieruit volgt dat de zitpenningen en/of taakvergoedingen worden verworven door deze natuurlijke personen.

Er zou echter geen bezwaar tegen zijn dat de aldus toegekende vacatiegelden door de natuurlijke persoon worden geretrocedeerd aan een rechtspersoon.

Deze retrocessie is te beschouwen als een cessie van vordering die aan geen enkele speciale formaliteit is onderworpen, tenzij ten aanzien van de betrokken debiteur aan wie deze overdracht slecht tegenstelbaar is vanaf de datum van de notificatie ervan.

Een geschreven notificatie van de ontvanger van vacatiegelden aan het Instituut is bij gevolg vereist opdat deze cessie van vordering tegenstelbaar zou zijn ten aanzien van het Instituut.

Voor zover deze retrocessie van vacatiegelden (1) in hun geheel, (2) rechtstreeks en (3) het voorwerp zijn van een overeenkomst tussen de natuurlijke persoon en de rechtspersoon, zou de fiscale administratie toestaan dat de vacatiegelden niet worden aangegeven door de natuurlijke persoon en niet moeten worden opgenomen in een individuele fiscale fiche 281.