Moet de commissaris van een vennootschap, die om wettige redenen wordt ontslagen, een verslag opstellen met betrekking tot het gedeelte van het boekjaar tot aan zijn ontslag?

Gepubliceerd op 15 mei 2015

beëindiging van het mandaat van commissaris > ontslag om wettige redenen door de vennootschap

Antwoord:

Deze situatie, vanuit het oogpunt verslaggeving, wordt niet geregeld in het Wetboek van vennootschappen. Volgens artikel 1993 van het Burgerlijk Wetboek moet een lasthebber rekenschap geven aan de lastgever over de uitvoering van zijn opdracht.

In het voorgelegde geval wordt de commissaris in april van het jaar X ontslagen.

De veronderstelling is dat, op het ogenblik van het ontslag, de jaarvergadering die zich over de jaarrekening van X-1 moet uitspreken nog niet heeft plaatsgevonden.

De betrokken commissaris moet verslag afleggen over zijn werkzaamheden en bevindingen met betrekking tot het boekjaar X-1 en, in voorkomend geval, uitleggen waarom hij geen verklaring kan afleveren omdat hij bijvoorbeeld de gelegenheid niet heeft gekregen om zijn controlewerkzaamheden af te werken.

Het strekt tot aanbeveling dat hij eveneens verantwoording zou afleggen en derhalve een verslag opstellen over de gebeurlijk reeds uitgevoerde werkzaamheden in het kader van zijn permanente controleopdracht over het lopende boekjaar X.

Enkel op deze wijze zal zijn verantwoordelijkheid met betrekking tot de reeds voltooide periode duidelijk kunnen worden afgebakend wanneer er over de kwijting wordt gestemd.

Voor meer informatie hieromtrent kan worden verwezen naar de Studies IBR 2004, De vennootschap en haar commissaris, Praktische toepassingsgevallen (p. 56, 62, 63 en 66). Deze brochure is beschikbaar op de website van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren.

Vorige pagina

______________________________

Disclaimer: De Stichting Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) geeft op een autonome wijze, dus los van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR), antwoorden op vragen van bedrijfsrevisoren met betrekking tot revisorale opdrachten. Deze adviezen vertegenwoordigen dus niet noodzakelijk het standpunt van de Raad van het IBR. Het formeel standpunt van het IBR kan enkel via de officiële organen, met name de Raad of, in voorkomend geval, het Uitvoerend comité worden ingewonnen. Hoewel het ICCI met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele waarborg geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. De FAQ’s betreffende de ISA’s, ISRE’s en ISQC 1 werden opgesteld in overleg met de werkgroep ISA & ISQC 1 en de Commissie Normen van het IBR.