Kan de algemene vergadering van een vzw haar commissaris, die op een vrijwillige basis werd benoemd, vroegtijdig afzetten?

Gepubliceerd op 5 juli 2019

beëindiging van het mandaat van commissaris > ontslag om wettige redenen door de vennootschap

Antwoord:

Een VZW die niet verplicht is een commissaris te benoemen, maar dit desondanks toch wenst te doen, onderwerpt zich vrijwillig aan het controleregime zoals voorzien in artikel 130 e.v. van het Wetboek van vennootschappen / artikel 3:58 e.v. van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Bijgevolg dient ze alle voorschriften vervat in deze bepalingen toe te passen. Ze kan niet bepaalde voorschriften toepassen en andere niet. Eén van deze is de benoeming van de commissaris voor een hernieuwbare termijn van drie jaar.

Artikel 135, § 1 W. Venn. / artikel 3:66, § 1 WVV  bepaalt: “Op straffe van schadevergoeding kunnen zij tijdens hun opdracht alleen om wettige redenen worden opgezegd door de algemene vergadering.”

Het onwettig ontslag geeft de commissaris derhalve recht op een schadevergoeding. Volgens het arrest van het Hof van Beroep te Brussel van 16 mei 2000 (R.W. 2000-01, nr. 33, p. 1241-1244) omvat deze schadevergoeding bijvoorbeeld, niet alleen de honoraria die nog in rekening konden worden gebracht tijdens het nog niet verlopen gedeelte van het mandaat maar ook de honoraria die werden gederfd op prestaties die buiten de opdracht vielen maar die krachtens de wet aan de commissaris zouden zijn toevertrouwd.

Artikel 136 van het Wetboek van vennootschappen bevat de te volgen ontslagprocedure door de algemene vergadering. Bij gebrek aan precisering, kan dit zowel de gewone, buitengewone of bijzondere algemene vergadering zijn.

Ten slotte bepaalt artikel 135, § 2 van het Wetboek van vennootschappen / 3:66, § 2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen dat het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren in kennis moet worden gesteld hetzij van de opzegging, hetzij van het ontslag van de commissaris tijdens zijn opdracht en dat de redenen voor dit ontslag/opzegging “op afdoende wijze” moeten worden uiteengezet.

Zie ook advies.

Vorige pagina

______________________________

Disclaimer: De Stichting Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) geeft op een autonome wijze, dus los van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR), antwoorden op vragen van bedrijfsrevisoren met betrekking tot revisorale opdrachten. Deze adviezen vertegenwoordigen dus niet noodzakelijk het standpunt van de Raad van het IBR. Het formeel standpunt van het IBR kan enkel via de officiële organen, met name de Raad of, in voorkomend geval, het Uitvoerend comité worden ingewonnen. Hoewel het ICCI met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele waarborg geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. De FAQ’s betreffende de ISA’s, ISRE’s en ISQC 1 werden opgesteld in overleg met de werkgroep ISA & ISQC 1 en de Commissie Normen van het IBR.