20 mei 2025
Samenvatting
Hoewel de vermogensrechten van de te fuseren BV’s elk voor de helft aan beide echtgenoten toebehoren en de aandelen zo in dezelfde verhouding worden gehouden door dezelfde aandeelhouders, meent het ICCI dat de vereenvoudigde zusterfusie tussen de twee BV’s niet mogelijk is want er is geen 100% gelijkheid van de aandelensamenstelling. Daarbij dient dus een revisoraal verslag over de inbreng in natura of een controleverslag over de ruilverhouding in het kader van een fusie te worden opgesteld.
Résumé
Bien que les droits patrimoniaux des SRL à fusionner appartiennent chacun pour moitié aux deux époux et que les actions sont ainsi détenues dans la même proportion par les mêmes actionnaires, l’ICCI est d’avis que la fusion simplifiée entre ces deux SRL n’est pas possible car il n’y a pas d’égalité totale dans la composition de l’actionnariat. Un rapport de contrôle du rapport d’échange ou un rapport révisoral sur l’apport en nature est donc requis.
FR | NL | |
---|---|---|
Type de mission 1 | Fusie/splitsing | |
Type de mission 2 | Fusie door overneming | |
Type de mission 3 | Inbreng in natura | |
Mot-clé 1 | Rapport révisoral | Revisoraal verslag |
Mot-clé 2 | Capital et actions | Kapitaal en aandelen |
Mot-clé 3 | Opération assimilée | Gelijkgestelde verrichting |
Type de client | SRL (Société à responsabilité limitée) | BV (Besloten vennootschap) |
Tekst
De volgende situatie wordt beschreven:
“Komen volgende twee BV’s in aanmerking voor de vereenvoudigde zusterfusie?
Elke echtgenoot bezit 100% lidmaatschapsrechten van zijn BV en 50% vermogensrechten. Het gaat om echtgenoten X – Y gehuwd wettelijk stelsel. Dienen alle formaliteiten gevolgd te worden gezien de vermogensrechten van de BV’s elk voor de helft aan beiden toe behoren of is een vereenvoudigde zusterfusie mogelijk?
Dient er dan een verslag te zijn van een bedrijfsrevisor over het fusievoorstel of/alternatief een revisorverslag over de inbreng in natura? Indien geen verslag van de revisor nodig is over het fusievoorstel, is er dan een revisorverslag nodig over de inbreng in natura?”
De vereenvoudigde zusterfusie wordt overeenkomstig artikel 12:7, 2° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) gedefinieerd als:
“Tenzij anders bij wet bepaald, wordt met fusie door overneming gelijkgesteld:
(…)
2° de rechtshandeling waarbij het gehele vermogen van één of meer vennootschappen, zowel de rechten als de verplichtingen, als gevolg van ontbinding zonder vereffening overgaat op een andere vennootschap zonder uitgifte van aandelen in de verkrijgende vennootschap wanneer al hun aandelen en andere stemrechtverlenende effecten rechtstreeks of onrechtstreeks in handen zijn van één persoon of wanneer de vennoten of aandeelhouders in de fuserende vennootschappen hun effecten en aandelen in alle fuserende vennootschappen in dezelfde verhouding aanhouden.”
Een vereenvoudigde zusterfusie is dus mogelijk wanneer de aandelen van de betrokken vennootschappen worden gehouden door dezelfde aandeelhouder(s) in dezelfde verhouding.
Aangezien de BV’s in casu voor elk voor de helft toebehoren aan beide echtgenoten gehuwd onder het wettelijk stelsel, wenst het ICCI te verwijzen naar artikel 2.3.19, 5° van het Burgerlijk Wetboek, dat het volgende bepaalt:
“Eigen ten persoonlijke titel
§ 1. Eigen zijn, ongeacht het tijdstip van verkrijging:
(…)
5° de lidmaatschapsrechten verbonden aan vennootschapsaandelen die met gemeenschappelijke gelden zijn verkregen en op naam van één echtgenoot zijn ingeschreven, met inbegrip van het recht om als eigenaar van deze aandelen te handelen, voor zover het gaat, hetzij om een vennootschap die onderworpen is aan wettelijke of statutaire regels, of overeenkomsten tussen vennoten, die de overdracht van aandelen beperken, hetzij om een vennootschap waarin enkel die echtgenoot zijn professionele activiteit als zaakvoerder of beheerder uitoefent;”
Uit de vraagstelling gaat het ICCI ervan uit dat de beide vennootschappen economisch niet gelijkwaardig zijn (bv kleine vennootschap ene echtgenoot en grote vennootschap andere echtgenoot).
Vermogensrechtelijk zal er geen impact zijn, maar na de fusie zal de vraag wel rijzen wie kan stemmen en voor hoeveel aandelen. Wat als de vennootschappen voorheen de eigen beroepsactiviteit bevatte waarover elke echtgenoot op zich het beschikkingsrecht heeft? Bij een latere echtscheiding zal dit behoorlijk wat problemen opleveren.
Alhoewel de echtgenoten in het voorliggend geval elk 100% van de lidmaatschapsrechten van hun respectieve BV’s en 50% van de vermogensrechten bezit, menen wij dat er geen 100% gelijkheid is van de aandelensamenstelling. Bijgevolg wenst het ICCI uit voorzichtigheid te adviseren dat deze transactie niet kan via de vereenvoudigde procedure.
Het ICCI is derhalve van oordeel dat voor de huidige transactie een controleverslag over de ruilverhouding in het kader van een fusie, of een revisoraal verslag over de inbreng in natura, noodzakelijk is. Het is immers zo dat een uitzondering steeds restrictief dient te worden geïnterpreteerd, zodat het ingenomen standpunt uit voorzichtigheid dient te worden gehandhaafd, zelfs als deze streng lijkt.
______________________________
Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.