26 januari 2017

(…) heeft bijgevolg in de verslaggeving in toepassing van artikel 602, 51 W. Venn. een fout begaan voor wat betreft de inbreng van de aandelen in (…) door niet uitdrukkelijk tot het besluit te komen dat de inbreng niet overgewaardeerd was en zich, gezien de onzekerheid over de waarde van inbreng blijkens het verslag (…), niet te hebben onthouden een oordeel uit te brengen over de waardering van deze inbreng.

 

 

(…) merkt terecht op dat de vereniging in één hand van de aandelen van een naamloze vennootschap geen inbreuk is op het Wetboek van Vennootschappen, aangezien artikel 646 W. Venn. nu juist een regeling voorziet ín geval zich dit zou voordoen.

 

Deze vereniging in één hand dient vermeld in het vennootschapsdossier van de eenhoofdige vennootschap, (…).

 

De commissaris van een naamloze vennootschap heeft een controlerende functie en is niet de adviseur van deze vennootschap. Er mag van uitgegaan worden dat de raad van bestuur van (…), en geïnteresseerde derden, de Belgische wetgeving en dus de bepaling van artikel 646 W. Venn. kennen, alleszins dienden zij deze laatste bepaling te kennen.

______________________________

Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.