8 mei 2015

KAN HET ICCI EEN DUIDELIJK ADVIES GEVEN OMTRENT DE HIERONDER VERMELDE SITUATIESCHETS?

 

Men bezit 186 van de 186 aandelen in de eigen revisorenvennootschap. Elk aandeel heeft één stem. Men wenst een aanzienlijk deel van deze aandelen over te dragen aan de echtgenote die geen bedrijfsrevisor of wettelijk auditor is. Kan dit en hoeveel aandelen kan men haar maximum overdragen om wettelijk in orde te blijven met de voorschriften van het IBR? Bedrijfsrevisor is zaakvoerder / bestuurder en wenst dit ook te blijven.

Artikel 6, § 1, 2° van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren bepaalt dat de meerderheid van de stemrechten in het bezit dienen te zijn van auditkantoren, wettelijke auditors en/of bedrijfsrevisoren.

 

De vereiste dat de meerderheid van de stemrechten in handen van wettelijke auditors moet zijn is het enige criterium. Het is dus mogelijk dat personen die niet de hoedanigheid van auditor hebben alle aandelen min één van een bedrijfsrevisorenkantoor bezitten zolang zij maar hoogstens 49 % van de stemrechten aanhouden [1].

 

Aangezien men in de vraagstelling aangeeft dat elk aandeel één stem heeft in de bedrijfsrevisorenvennootschap (in de vorm van een BVBA / BV), zal men uiteraard slechts maximaal 92 van de 186 aandelen van de BVBA / BV kunnen overdragen aan de echtgenote.

 

Ten slotte wenst het ICCI voor alle duidelijkheid nog aan te geven dat de meerderheid van de leden van het bestuursorgaan van de bedrijfsrevisorenvennootschap dient te zijn samengesteld uit auditkantoren, wettelijke auditors en/of bedrijfsrevisoren (art. 6, § 1, 3° van de gecoördineerde wet van 22 juli 19537 december 2016). In het specifieke geval dat het bestuursorgaan slechts uit twee leden bestaat, dient ten minste één van hen een bedrijfsrevisor, een auditkantoor of een wettelijke auditor te zijn.

 

Vermits men in de vraagstelling aangeeft dat men statutair zaakvoerder / bestuurder is van de bedrijfsrevisorenvennootschap en dit ook zal blijven, zou deze wettelijke vereiste in casu dan ook geen problemen vormen.

 

Voor meer informatie hieromtrent, verwijst het ICCI naar IBR, Vademecum Deel 1: Rechtsleer, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2009, p. 102-106.


[1] IBR, Vademecum Deel 1: Rechtsleer, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2009, p. 102.

______________________________

Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.