7 juni 2019

Hoe moet de inbreng van een rekening courant door een natuurlijke persoon worden behandeld?

 

Uit de vraagstelling begrijpt het ICCI dat de vraagsteller wenst te weten of de controlestappen die worden voorzien met betrekking tot het nazicht van de oorsprong van het saldo van de rekening wel degelijk als voldoende kunnen worden beschouwd in het kader van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten.

 

Wat voormelde wetgeving betreft op volgende passage:

 

overeenkomstig artikel 35, § 1 dienen o.a. de bedrijfsrevisoren “ten aanzien van de zakelijke relatie een doorlopende waakzaamheid aan de dag die evenredig is met het overeenkomstig artikel 19, § 2, eerste lid, geïdentificeerd risiconiveau, wat met name het volgende inhoudt :

  1° een aandachtig onderzoek van de verrichtingen uitgevoerd gedurende de zakelijke relatie en indien nodig van de oorsprong van de geldmiddelen, om te verifiëren of deze verrichtingen stroken met de kenmerken van de cliënt, het doel en de aard van de zakelijke relatie of de voorgenomen verrichting en met het risicoprofiel van de cliënt, om atypische verrichtingen op te sporen die moeten worden onderworpen aan een grondige analyse overeenkomstig artikel 45;

  2° het actueel houden van de gegevens die worden bijgehouden overeenkomstig de afdelingen 2 en 3, met name wanneer elementen die relevant zijn voor de individuele risicobeoordeling bedoeld in artikel 19 worden gewijzigd.......”;

 

 

Zonder ons formeel te kunnen uitspreken met betrekking tot het kader van de inbreng in natura die wordt geviseerd, is het ICCI van oordeel dat inderdaad volgende controlestappen aangewezen zijn, de meeste waarvan trouwens melding wordt maakt in de vraagstelling:

 

  • identificatie van de inbrenger op wiens naam de rekening courant staat;
  • de volledige historiek van de samenstelling van het saldo;
  • schriftelijke bevestiging van de inbrenger en zijn akkoord met de geplande transactie;
  • controle van de bankuittreksels waaruit de identiteit moet blijken van de persoon die de geldstortingen heeft gedaan die werden geboekt op bedoelde rekening courant;
  • indien deze stortingen niet zijn uitgevoerd door de persoon op wiens naam de rekening courant staat, is het aangewezen ook de identiteit van de persoon die de stortingen heeft uitgevoerd te controleren (hetgeen mogelijks een praktisch probleem kan stellen).

 

Indien er, niettegenstaande de aandacht en de waakzaamheid waarmee deze controles werden gedaan, nog ernstige twijfels blijven over de herkomst van de fondsen, dient er te worden geoordeeld of het al dan niet gepast is een relatie met deze cliënt aan te knopen en of het nodig is een melding te doen aan de Cel voor financiële informatieverwerking (cf. art. 35, § 2 in fine wet 18 september 2017). 

______________________________

Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.